Recensie: Muse – The 2nd Law. Door Niels Appelo
Het nieuwe album van Muse, The 2nd Law, is nog niet uit, maar via (legale) streams kan er al naar worden geluisterd. In Nederland kan dat HIER via www.nrc.nl, voor andere landen zie de website van Muse.
Een aantal tracks waren al als single uitgebracht of op een andere manier door Muse zelf gereleased. Eind juni was er al Survival, geschreven voor de Olympische Spelen. Later de dubsteptrack Unsustainable, de eerste ‘echte’ single Madness en vorige week was via een social media-offensief het slotnummer van de plaat, Isolated System, stukje voor stukje te beluisteren.
Afijn, we zijn flink gekieteld.
Het is zo ontzettend knap hoe Muse telkens iets anders doet. En durft te doen. Bij ieder nieuw album lijkt het alsof ze bosjes fans verliezen. Maar uiteindelijk verdienen ze de sympathie van velen. Dat laatste moet zich nu nog bewijzen, maar dat Muse er weer lustig op los experimenteert is een feit.
De achtbaanrit begint met Supremacy. Dit nummer past perfect in de ontwikkeling van Muse en het vorige album, The Resistance. Het heeft een onmiskenbare Muse-signatuur. Een vette gitaarriff, een bass die klinkt alsof de jackplug er verkeerd in zit en gestuwd door een simpel, maar vol, beukend ritme. Maar ook koren, orkestraties en de herkenbare falsetto’s van Bellamy. Kortom, alles wat Muse is. Online gaan al stemmen op dat Supremacy hét perfecte nummer voor een James Bond-film zou zijn.
Madness volgt. ‘Het beste nummer van Muse ooit’, aldus Chris Martin van Coldplay. Totaal anders dan Supremacy. Totaal anders dan wat Muse ooit gemaakt heeft. Undisclosed Desires van het vorige album komt er nog het dichtst bij, maar het gevoel en de uitwerking naar de climax is weer anders vormgegeven.
Nadat Madness eruit gaat met ‘m-m-m-m-m-m-madness’ volgt de slappende bass van Wolstenholme. Het jaren tachtiggeluid van het INXS van Michael Hutchence klinkt hier door. De echo’s over de stemmen, het reverse-effect over de snaredrum: ze gaan all the way. Panic Station heet de track en is vrolijker dan we vaak van Bellamy’s trio horen. Het groovet als de Red Hot Chili Peppers en heeft een nu-discofeel.
Een klassiek intro volgt. Inmiddels een herkenbaar en terugkerende manier van muzikaal ejaculeren door Bellamy. Alle registers gaan even open, zoals we dat vaker van hem hebben gehoord, zoals in United States of Eurasia, of beter nog: de laatste drie nummers van de vorige plaat. Het is een prelude voor Survival, een nummer wat al twee maanden te horen is. Geschreven voor de Olympische Spelen en met eenzelfde stuwend ritme als Supremacy. Ook deze track draagt duidelijk de handtekening van Bellamy en het slot doet weer sterk denken aan United States of Eurasia.
En dan begint het echt. Er zijn wel wat verrassingen geweest in het voorgaande deel van de plaat, maar met Follow Me wordt geëxperimenteerd met dubstep en dance. Bellamy’s lage stem klinkt aangenaam in de opbouw om bij het binnenkomen van de beat een volgend octaaf op te zoeken. Hij maakt het makkelijk voor de DJ’s die dit nummer ongetwijfeld op hun draaitafels zullen gaan leggen.
De volgende track, Animals, is een ander uiterste. Een haast bossa nova-ritme met een hypnotiserend toetsenthema. De zang varieert weinig en laat wegdromen. Veel gitaarsolootjes in de leegtes van de tekst. Het doet herinneren aan nummers als Screenager en Endlessly. Kabbelend gaat het nummer voort, totdat er ineens een chaotische gitaarriff begint, een groep mensen schreeuwt. Veel geluid, veel noten. Einde.
Explorers is ook rustig. Het klinkt feel good, Bellamy zingt vaak ‘free me and I will free you from this world’. Volgepropt met koortjes die meezingen, breken, opvullen, zoals Queen dat vaak deed. We horen kerstbellen en ook als die weg zijn doen de akkoordenprogressies kerstachtig aan.
Een ritme uit de gitaar van Bellamy, zoals dat gebeurt in Map of the Problematique van Black Holes and Revelations, luidt de volgende track Big Freeze in. Onwillekeurig doet de opbouw, het geluid en gitaarbehandeling aan U2 denken. Weer die fijne groove van de drummer, Dominic Howard. De stem van Bellamy klinkt geweldig bij dit soort nummers. En hoewel de song redelijk up tempo is bewaart het rust. Queen-koortjes zijn er ook weer, maar de gitaargeluiden en –solo’s zouden van The Edge kunnen zijn.
De aankondigingen waren er: Wolstenholme zou ook lead gaan zingen. Bij Save Me is het zover. Een emotionele song. Langgerekte noten. Hoewel dit de eerste keer is dat Wolstenholme leidt, is zijn stem toch herkenbaar. Vaak hoor je hem mee zingen in de hoogte met Bellamy. Het is een fijne stem. En weer kerstbellen. Uiteindelijk lijkt het een lange, langzame trippende jam, waarin Wolstenholme bezingt dat hij van de alcohol af wil.
Dan knallen de distortions van de bass en de gitaar er in met een Museriff. Wolstenholme zingt weer. Nu met meer ballen en een effect over zijn stem. Liquid State is begonnen, weer over de alcoholverslaving van de zanger. Helaas wordt het nergens spannend.
De afsluiters Unsustainable en Isolated System zijn de nummers ingeruimd door de mannen om hun punt te maken. Een nieuwslezeres vertelt ons: ‘an economy based on endless growth is unsustainable’. Boem! Dubstep knalt er hard in. Dan weer koren en een overweldigend episch geluid met Bellamy die beltend vrijelijk mag soleren met zijn stem, zonder tekst. Opnieuw de opbouw. ‘In an isolated system, entropy can only increase’. En weer dubsteppiepjes en wobwobwob. Knappe uitvoering van de hippe muziekstijl. Waar bij Follow Me computers de beat maken, doet hier de band het grotendeels zelf. Het einde van Unsustainable klinkt als een crash en een Mike Oldfield-achtig repeterend themaatje klinkt zacht. Hoe verder het vordert, hoe meer het op Take a Bow (Black Holes and Revelations) gaat lijken. De bassdrum geeft het ritme aan, maar sterft later weer weg. Het themaatje wordt weer opgepakt, we horen de nieuwslezeres nog een aantal keer. Er lijkt iets weg te vliegen, de tonen vallen naar beneden en gaan als een nachtkaars uit.
Het is wennen. Dat is bekend met Muse. Er gebeurt zo ontzettend veel en de plaat is enorm divers. Een cliché misschien, maar luister het zelf eens. En nog zeker drie keer daarna. De eerste luisterbeurt is vooral een deceptie. Maar laat deze wel op je iPod staan. Niet omdat dit het beste album van Muse ooit is. Wel omdat het de nieuwste is en het wel goed móet zijn. Komaan, het is Muse.
Cijfer: na negen volledige luisterbeurten een 8.
Door: Niels Appelo
BachW
26 september 201214:21Veels te lang… geen zin om te lezen.
Niels
26 september 201216:49Komt door die smalle kolommen.